Z3 Face-lift model versus de eerste generatie Z3 ....
Op deze pagina worden de verschillen tussen de eerste generatie BMW Z3 en de tweede generatie beschreven en aan de hand van foto's duidelijk gemaakt.
Bij de eerste generatie was er nog sprake van 3 carrosserie-varianten. De standaard 4-cilinder modellen, de aan de achterzijde wat bredere 2.8 liter 6-cilinder en de 3.0 liter M-uitvoering. Deze laatste had andere 'kieuwen' in de motorkap en een ietwat afwijkend kofferdeksel.
Motorenkeuze bij de eerste generatie:
1.8 4-cilinder met 115 PK (85 Kw) en 8 kleppen , aleen handgeschakeld (tot 06/1998)
1.9 4-cilinder met 140 PK (103 Kw) en 16 kleppen , handgeschakeld of als automaat
1.8/1.9 4-cilinder (1897 cc) met 118 PK (87 Kw) en 8 kleppen , alleen handgeschakeld (vanaf 06/1998)
2.8 6-cilinder met 193 PK (140 Kw) , handgeschakeld of als automaat
Het face-lift model was vanaf april 1999 leverbaar en hierbij was de carrosserie bij alle modellen (dus zowel de 4-cilinders alsook de 6-cilinders) gelijk.
Opvallendste uiterlijke kenmerken van de Face-Lift ; De achterschermen kregen een rondere, gewelfde vorm, de vorm van kofferdeksel, achterlichten en achterbumper werden gewijzigd en de auto werd aan de achterzijde een stuk breder, reden waarom hij doorgaans als 'Wide-Body' wordt aangeduid. Stadslichten kwamen nu in de voorbumper. De positie van het 3e remlicht werd gewijzigd en hij werd voorzien van een afdekplaat, die bij het optionele chrome-line exterieurpakket in chroom was uitgevoerd.
Ook kreeg de face-lift om het slot van de achterklep een apart chroom hendeltje ('lift-aid') om hem makkelijker te kunnen openen.
De lengte van de auto nam met 2,5 cm toe tot 405 cm, de breedte nam toe met 48 mm tot 174 cm en de spoorbreedte achter nam met 5,5 cm toe tot 149,2 cm.
Daarmee oogde de nieuwe Z3 toch een stuk dikker en volwassener. Verder kregen de face-lift modellen een beklede binnenhemel met voering voor de softtop, waardoor het stangenstelsel aan het oog onttrokken werd en de rij- en windgeluiden bij gesloten kap werden verminderd.
Ook de middenconsole werd enigszins gewijzigd; centraal onder de ventilatieregelaars kwam de analage quartzklok of boordcomputer, nu uitgevoerd als een rond digitaal 'klokje'. Aan weerszijden daarvan kwamen nu de schakelaars voor bv. Traction Control, airco en stoelverwarming. Het chrome-line interieurpakket en de Traction Control (ASC+T) werden nu standaardvoorzieningen, waar het nog een optie was bij de eerste generatie.
Motoren:
Er werd bij de face-lift nog maar één 4-cilinder motor gebruikt met 1895 cc , 118 PK (87 Kw) , met 8 kleppen en een koppel van 180 Nm. Alleen met handschakeling leverbaar.
Tot eind 2000 werd als type-aanduiding voor de Z3 met deze motor '1.8' gebruikt , vanaf eind 2000 werd hij omgedoopt tot '1.9'.
(De aanvankelijke 1.8 aanduiding werd gebruikt om verwarring met de oudere 1.9 140 PK 16-kleps variant te voorkomen. Toen deze motor niet meer leverbaar was werd de Z3 met met de 1897 cc (87 Kw) 8-klepper aangeduid als '1.9'.)
De keuze uit 6-cilinder motoren werd uitgebreid. Allen zowel handgeschakeld of als automaat leverbaar.
Men kon nu kiezen uit de 2.0, 2.2 en de 2.8. Vanaf eind 2.000 werd de 2.8 opgevolgd door de 3.0 .
|